Isolatie van technische kokers
Technische kokers gaan langs verschillende verdiepingen en zijn dus gevoelig voor warmteverlies en geluidsoverlast. De isolatie van zo’n kokers is daarom cruciaal. Wat zijn de mogelijkheden en aan welke regels moeten ze voldoen?
Wat zijn technische kokers?
Technische kokers zijn ruimtes in gebouwen die verticaal door verschillende verdiepingen gaan en leidingen bevatten. Dat kan gaan om toevoerleidingen voor bijvoorbeeld water of elektriciteit, of afvoerleidingen zoals rioleringsbuizen. Doordat zo’n kokers door verschillende verdiepingen lopen, kunnen ze specifieke isolatie-vereisten hebben. Op vlak van EPB kan dit zelfs verschillen van gewest tot gewest.
Op welke manieren kunnen ze geïsoleerd worden?
De isolatie van de kokers kan gevormd worden door een combinatie van horizontale lagen ter hoogte van plafond, vloeren en/of tegen de wanden van de koker. De isolatielagen moeten onder meer zorgen voor brandveiligheid en moeten warmteverlies en geluidsoverlast tegengaan.
Leidingen voor de aanvoer van water kunnen ook worden geïsoleerd om de verliezen van warmte in deze leidingen binnenin de koker te beperken of om het bevriezen van de leidingen tegen te gaan. Een koker staat immers dikwijls in rechtstreekse verbinding met de buitenomgeving of een kelder.
Akoestische isolatie zorgt ervoor dat geluiden van andere wooneenheden, zoals bijvoorbeeld een doorspoelend toilet, niet te horen zijn. Contactgeluiden zoals een trillende leiding worden hiermee ook uitgeschakeld. Thermische isolatie zorgt ervoor dat de warmte van een wooneenheid niet verloren gaat. Brandwerende isolatie beveiligt tegen brandoverslag, zodat een eventuele brand niet via de koker kan overgaan naar andere verdiepingen.
Aan welke EPB-voorwaarden moeten ze voldoen?
Niet alle technische kokers moeten voldoen aan EPB eisen. Bij kokers doorheen meerdere wooneenheden, zonder onderbreking op vloerniveau, moeten de wanden voldoen aan de Umax eisen. Dit wil zeggen dat kokers bij ééngezinswoningen geen isolatie-eisen hebben voor EPB.
Bij appartementen worden doorlopende kokers beschouwd als gemeenschappelijke ruimten. De muren van deze kokers zijn meestal scheidingsconstructies tussen de verschillende wooneenheden en gemeenschappelijke ruimten. Als de koker een muur heeft die grenst aan de buitenomgeving, dan maakt die deel uit van de verliesoppervlakte en geldt de U-max-eis voor buitenmuren. De onderkant van de koker (vb. opening naar de kelder) is niet onderworpen aan de Umax-eis. De bovenkant van de koker (vb. afdekking van de leidingschacht) is eveneens niet onderworpen aan deze Umax-eis. Deze kokers kunnen ook als een aangrenzend onverwarmde ruimte beschouwd worden. De wanden hebben dan als maximale U-waarde die voor buitenmuren, wat dikkere isolatie betekent. Deze laatste optie wordt zelden of nooit uitgevoerd.
Technische kokers met scheidingen aan de verdiepingsvloeren behoren wel tot het beschermd volume van de wooneenheden. Wanden van de kokers hebben dan geen isolatie-eisen. Voor de vloeren en plafonds maakt het VEA een onderscheid voor de kokers met een sectie groter- of kleiner dan 0,50 m². Als ze groter zijn dan 0,5 m², dan wordt hun scheidingsconstructie ter hoogte van een plafond of vloer als een afzonderlijke scheidingsconstructie beschouwd, die moet voldoen aan de Umax-eisen. Kokers kleiner dan 0,5 m² worden beschouwd als deel van de vloer- of plafondconstructie. Er mag worden verondersteld dat de isolatie van de vloer van het appartement waartoe de koker behoort, doorloopt binnen de koker.
Advies of een EPB-verslaggever nodig?
Heb je vragen over de EPB-regels, of zoek je een EPB-verslaggever?
Vinco heeft een unieke expertise over EPB-verslaggeving. Benieuwd hoe wij je kunnen helpen? Contacteer ons voor meer informatie of een gratis offerte.